donderdag 30 mei 2024

Aanwezig


Wat ik al een keer aankondigde dat zou gebeuren, gebeurt nu: de volgende ochtend denk ik er anders over. ‘Een volstrekt ondubbelzinnige uitspraak’ schreef ik over deze regels: 

zo 

met de nauwkeurigheid van het toeval 

 

en beweerde opgewekt dat Van Dixhoorn in het doel van de opticien een toevalsprocedé toepast. Maar dat is natuurlijk niet zo en ik heb het ook geen split second gedacht: als iets duidelijk wordt in het doel van de opticien en de kat van de muziekschool, is het dat alles wat we lezen, en dan ook werkelijk alles, zeer weloverwogen is uitgedacht en gepland volgens een orde die ons ontgaat en waarschijnlijk tot in lengte van dagen zal blijven ontgaan. Het is vanwege het geplande dat ik in het vervolg van het betoog juist aan deze regels en aan het opgeroepen, imaginaire toevalsprocedé een metaforische, iconische en exemplificerende betekenis kon toekennen. De tekst van gisteren heb ik een beetje aangepast en daar ga ik met mijn eigen procedé: stap voor stap, van dag tot dag een raadselachtige tekst enigszins trachten te 'duiden'. Door te schrijven: wat er in mijn hoofd gebeurt tijdens het lezen kan ik niet weergeven – de stream of consciousness is de grootste leugen uit de wereldliteratuur -, maar ik giet het in de mal van een betoog en kom daarbij tot Nieuwe Inzichten. Mooi is dat. Zijn jullie er trouwens nog? Elke dag minder likes: als het zo doorgaat, eindigen we in de negatieve getallen. Op de een of andere manier past dat ook wel bij een procedé van Van Dixhoorn.  

 

Als ik wat voorafging heel kort en grof samenvat, dan lazen we dit. In het eerste katern hoorden we stemmen in een ruimte met een overkant, in het tweede werden we geconfronteerd met nadenken en oordelen, in het derde werd vooral gezien. Het vierde katern, met nummer 83 en de bekende vormgeving en te verwachten variaties, zou ik het existentiële katern willen noemen. Op de tweede bedrukte pagina: 

 

goed 

.’ aanwezig 

.’ er dan zijn 

zijn 

 

Vijfentwintig eeuwen existentiefilosofie in zes woorden en enkele leestekens. Het woord ‘aanwezig’ wordt op de volgende bedrukte bladzijde herhaald en in verband gebracht met houdbaarheid en een ‘fort'. Op de volgende tekstpagina één regel: 

 

fort/u staat er niet alleen voor 

 

Wie zegt dit? Een ‘ik’ of wordt een ‘ik’ aangesproken? De aanhalingstekens die we eerder tegenkwamen, ontbreken. Is het iets wat wordt gedacht? Is het een van het individuele losgezongen wijsheid? Hoe dan ook en wat een ‘ik’ of een ‘u’ ook overkomt: er bestaat zoiets als een gedeeld lot en een gedeelde ervaring. Het volgende, laatste katern in het doel van de opticien is het enige katern dat uit twee delen bestaat: met twee nummers en twee keer de gebruikelijke omvang. Een dubbelkatern: ik zou bijna in de verleiding komen om ook daar weer betekenis aan te hechten.  

 

(Het zevende deel van een serie over het doel van de opticien en de kat van de muziekschool van F. van Dixhoorn, gepubliceerd op https://gertdejager.blogspot.com/)

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dichters over Gorter: Jan Kuijper (II)

In 1990 ontving Jan Kuijper voor Tomben de Jan Campert-prijs. In een interview met de NRC licht hij zijn werkwijze toe. De toe-eigening van ...