dinsdag 28 mei 2024

Bovenaan

 

Het eerste katern in het doel van de opticien, met nummer 33, werd afgesloten met ‘besloten ligt’, zonder aanhalingstekens. Dat wekt de illusie van een afronding, maar in het volgende katern vallen we meteen in iets dat blijkbaar is doorgegaan. Dat iets moet een handeling zijn. We lezen dit: 

wen 

uithangen 

natmaakt 

 

Na ‘uithangen’ staat een vinkje en dat kan ik in mijn tekstverwerkingsprogramma niet vinden. Dat het een en ander is doorgegaan, hadden we al kunnen weten. Het nummer van het katern, 38, suggereert vier afwezige katernen en roept ze daarmee meteen bij ons op.  

 

Een vinkje is een teken voor een oordeel en een oordeel veronderstelt reflexiviteit. Zoiets lijkt vaker een rol te spelen in katern 38. De eerste drie woorden, waarvan een met een vinkje, staan afgedrukt waar je ze normaal zou verwachten, op de eerste rechter bladzijde, maar daarna wordt het principe gevolgd dat eerder al bepalend leek te zijn: bovenaan, op een kwart van de linker pagina, vinden we aan de linkerkant een zeer beperkte hoeveelheid woorden en die zijn afgedrukt zonder marge. Maar het principe wordt doorbroken. Exact één regel lager dan waar je het zou verwachten staat dit: 

 

wij staan bovenaan.’ 

 

Drie keer zelfs, waarvan twee keer – ik weet dat het ingewikkeld wordt – achter elkaar tegen de rechterkant, met aan de linkerkant wit dus en ook aan de rechterkant geen enkele marge. Wie zijn ‘wij’? Kinderen van een voetbalclub van wie de vrolijke kreten worden opgevangen? Zijn dat de letters die we lezen? Zijn dat de schrijver en de lezer die tijdens het schrijven en lezen een verbintenis met elkaar aangaan? Het is allemaal mogelijk en het een zou zomaar kunnen overgaan in het ander. Opvallend is dat op de twee tekstbladzijden die nog volgen, de orde is hersteld: wat we lezen staat weer op zijn vertrouwde plek. Maar het is wel een heel summiere tekst. Op de ene bladzijde dit: 

 

.’ 

 

en op de andere bladzijde ook. Sterft het geluid weg? Verdwijnen wij die bovenaan staan? Of moeten we doen wat we zo vaak moeten doen: het afwezige opvullen met van alles en maakt juist de afwezigheid een potentieel alles ervaarbaar? Inclusief het verdwijnen daarvan? Op zijn hoogst is het een voorlopig verdwijnen. Op katern 38 volgt katern 69 en dat begint, ondanks 30 missende katernen, met een woord dat we kennen: wen. Continuïteit gegarandeerd.  


(Het vijfde deel van een serie over het doel van de opticien en de kat van de muziekschool van F. van Dixhoorn, gepubliceerd op https://gertdejager.blogspot.com/)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dichters over Gorter: Jan Kuijper (II)

In 1990 ontving Jan Kuijper voor Tomben de Jan Campert-prijs. In een interview met de NRC licht hij zijn werkwijze toe. De toe-eigening van ...