(Het twaalfde deel van een serie over het doel van de opticien en de kat van de muziekschool van F. van Dixhoorn, gepubliceerd op https://gertdejager.blogspot.com/)
(Het twaalfde deel van een serie over het doel van de opticien en de kat van de muziekschool van F. van Dixhoorn, gepubliceerd op https://gertdejager.blogspot.com/)
Die tweede helft wordt geïntroduceerd met een dramatische bladzij – de meest dramatische bladzij misschien wel in Van Dixhoorns oeuvre. Dat we na het nietje, op een rechter bladzij, alleen maar wit zien, zijn we wel gewend, maar we zien niet alleen maar wit. Op een plek waar je het niet zou verwachten, verschijnt een letter: een ‘r'. Het verschijnen wordt in de eerste helft aangekondigd. Twee tekstbladzijden daarvóór lezen we:
r
moet zijn
een ding nog
Waarom er nog een ding moet zijn, lezen we in de bladzijden daar weer voor. Het is weliswaar zomer, en dat moet het vooral blijven, maar het gaat ook in de zomer om meer dan aanwezigheid. Dat, voor alle duidelijkheid, is een parafrase: Van Dixhoorn heeft er negen woorden en een schuin streepje voor nodig. En veel paginawit. Het ding dat er moet zijn, lezen we, moet rijk zijn aan iets wat toeneemt en afneemt. In Veld 2 was het ‘leven’ dat toe- en afnam. Op de bladzijden die voor ons liggen, zien we kleine constellaties van woorden toe- en afnemen. Daaraan zijn we inmiddels gewend geraakt. Maar dan opeens die dramatische bladzijde. Er zij licht, er zij leven, er zij een ding, er zij dit gedicht?
Meteen daarna, gewoon op de linker bladzijde en op de plek waar je het zou verwachten: ‘plukje'. Dat moet een zelfverwijzing zijn: een verwijzing naar de plukjes woorden die we lezen. Op de volgende bladzijden: nog een keer ‘plukje’ met wat andere tekst en, net als in Veld 2, een verwijzing naar het getallenprocedé in Van Dixhoorns vorige bundels. Gevolgd door
heel anders aan)
Een dichter deelt ons mee dat hij het nu heel anders aanpakt en al doende bewijst hij het. We naderen het eind van het katern. Op twee bladzijden vinden we alleen zo'n rond haakje. Het is duidelijk: hier neemt iets af. Alles in het katern dat geen tekst is met een betekenis die we in het woordenboek vinden, kunnen we metaforisch, iconisch of exemplificerend lezen - metaforisch of iconisch voor wat er is, of – zonder voorzetsel – dat exemplificerend.
(Het elfde deel van een serie over het doel van de opticien en de kat van de muziekschool van F. van Dixhoorn, gepubliceerd op https://gertdejager.blogspot.com/)
Weer leven, stoppen met duren, nog een keer weer leven: op wie of wat dat betrekking heeft, wordt niet duidelijk. Het kunnen levende wezens zijn, het kan de muziek zijn die wordt aangeleerd in de muziekschool, het kan het gedicht zijn dat we lezen. Het kan dat alles tegelijk zijn. Veld 2 wekt in veel opzichten de suggestie van een inzet. In latere Velden en in het doel van de opticien vinden we grotere of kleinere variaties op de vorm, hier nog nauwelijks. Bijna steeds staat er tekst op de vertrouwde plek op de linker pagina. Het ontbrekende Veld 1 en de ontbrekende bladzijden aan het begin van Veld 2: de stilte vóór de inzet. In de concertzaal wachten de luisteraars op wat komen gaat. Daarna worden we langzaam vertrouwd gemaakt met iets wat veel weg heeft van een muzikaal thema. Na dat begin vinden we nog één lege linker bladzijde. Ook dat leidt iets in: leegte en rust zullen straks belangrijk zijn. De leegte neem ik visueel waar, rust voltrekt zich in de tijd.
Na de lege bladzijde op de als enige bedrukte rechter pagina één woordje: ‘dit’ - zonder aanhalingstekens. Meteen op de volgende pagina:
dit
3. kent iedereen
Een rare 3. Waar zou iedereen zo'n getal van kunnen kennen? Van het eerdere werk van Van Dixhoorn: zijn eerste vijf bundels werden gestructureerd volgens korte getallenreeksen die hun geheim niet prijsgaven en steeds weer opnieuw begonnen. De zesde bundel was De zon in de pan en daarin speelt het woordje ‘om’ een belangrijke rol. Ook dat komen we tegen. De laatste regel voor de lege bladzijde: om bekend/om bekend. De zon in de pan is gebouwd op de herhaling van ‘om'. Bij de presentatie van de kat van de muziekschool en het doel van de opticien droeg Joost Oomen De zon in de pan of gedeelten daaruit fraai op zijn Joost Oomens voor. En ook Van Dixhoorns zevende bundel is al meteen in het eerste katern te herkennen. Het principe van de vormgeving – tekstje op de linker bladzijde, enz. - is het principe dat werd geïntroduceerd in Verre uittrap.
Een dichter recapituleert zijn oeuvre en dan vooral de ordenende principes daarin, presenteert de vorm waarop hij nu nog maar minimaal varieert, voorziet dat alles van betekenis met werkwoorden als leven en duren. Hij laat zien wat hij als dichter wat betreft vorm en inhoud tot zijn beschikking heeft. De laatste vier woorden zijn alle woorden op de laatste bladzij van Veld 2. Op naar Veld 3.
(Het tiende deel van een serie over het doel van de opticien en de kat van de muziekschool van F. van Dixhoorn, gepubliceerd op https://gertdejager.blogspot.com/)
In de bundel Aap uit 2002 zijn deze twee kwatrijnen te vinden: Blijf toch dromen van dat arbeidersparadijs! Blij dans je op de stran...